Hoe meet je een goede wetenschapper?
Kamp kwantitatief (ook wel ‘old school’)
Misschien heb je wel eens het één en ander gehoord over impact factoren, H-indexen, publicaties… Allemaal cijfertjes die aan een wetenschapper gehangen kunnen worden. Deze cijfers drukken bijvoorbeeld uit hoe vaak een wetenschapper een artikel heeft gepubliceerd. Want ja, publiceren is natuurlijk belangrijk in de wetenschap en het liefst ook in een beetje lekkere tijdschriften met een hoge impact factor, want die worden immers vaak geciteerd. Wat dat betreft is een wetenschapper net een influencer: die willen ook vaak geliked en gedeeld worden.
Zaken als H-indexen worden van oudsher gewogen wanneer een wetenschapper bijvoorbeeld voor een baan komt solliciteren, of wanneer diegene promotie wilt maken in diens carrière. Hoe hoger deze getallen, hoe beter. Zo is het eigenlijk altijd gegaan en je ziet dan ook dat vooral de ‘oude garde’ – om het zo even oneerbiedig te noemen – vooral aanhanger is van dit systeem. Men beargumenteert dat deze manier van meten de beste manier is, omdat je objectief naar de kwaliteit van een wetenschapper kan kijken. Immers, een H-index van 12 is hoger dan eentje van 10. Simpel. Toch?
Kamp kwalitatief (het nieuwe Erkennen en Waarderen)
Het nieuwe kamp vindt deze visie nogal ouderwets. Niet alleen omdat op deze manier de hoge werkdruk in stand wordt gehouden (want ja, meer publiceren is beter), maar ook omdat het takenpakket van wetenschappers enorm is veranderd en niet meer alleen het doen van onderzoek behelst.
In november 2019 is er daarom een artikel gepubliceerd door een aantal organisaties, je kunt hem hier vinden, mocht je nieuwsgierig zijn. Het artikel heeft als titel ‘Ruimte voor ieders talent: naar een nieuwe balans in het erkennen en waarderen van wetenschappers’. In dit paper wordt beargumenteerd dat de huidige visie van beoordelen te eenzijdig is. Er wordt alleen maar nadruk gelegd op veel artikelen publiceren. Andere gebieden, zoals patiëntenzorg en onderwijs, worden hiermee het ondergeschoven kindje. Wetenschappers zullen ook minder geneigd zijn om in deze velden te excelleren, omdat er toch enkel gekeken wordt naar aantal publicaties. Want waarom zou je jezelf ontwikkelen als leider als je daarmee minder tijd hebt voor publicaties? Terwijl we dit soort wetenschappers óók nodig hebben. Er is niet one size fits all.
Er wordt in dit artikel beargumenteerd dat er ook naar andere zaken gekeken moet worden. Maakt een wetenschapper bijvoorbeeld veel impact in haar/zijn/diens veld? Is deze persoon een goede leider? Kan deze persoon goed lesgeven? Betekent deze persoon veel op het gebied van patiëntenzorg? Of schrijft deze persoon misschien niet zozeer veel artikelen, maar juist artikelen van ontzettend hoge kwaliteit? Misschien schrijft deze persoon juist wel veel populair-wetenschappelijke boeken die door veel mensen worden gelezen?
Discussie over de beste manier
Aan de Universiteit Utrecht hebben ze besloten om zaken als impact factors en H-indexen helemaal los te laten. Als je daar dus als wetenschapper gaat solliciteren, word je niet meer alleen beoordeeld op hoeveel publicaties je hebt. Dat was zo nieuwswaardig dat het het zelfs tot Nature geschopt heeft. Als reactie hierop werd er in juli 2021 een brief gepubliceerd, ondertekend door 171 wetenschappers, waaronder 142 hoogleraren. Die kun je hier vinden. In deze brief werd gezegd dat het nieuwe Erkennen en Waarderen de wetenschap zou schaden en dat het niet meer duidelijk is waarop een wetenschapper wordt beoordeeld. Vooral jonge wetenschappers zouden hier onder te lijden hebben omdat ze internationaal niet meer mee kunnen komen. (Dit is even kort gechargeerd, lees hem vooral als je er meer over wilt weten.) Geen goed idee dus.
Een paar dagen later kwam daar weer een reactie op, die kun je hier vinden. Een groot kritiekpunt op de eerdere brief was dat er zorgen werden geuit over de jonge wetenschappers, maar dat die nauwelijks bij deze brief betrokken waren. Zij zeggen zelf: “Jonge wetenschappers wachten namelijk met smart op een nieuw systeem van Erkennen en Waarderen.”
Inmiddels is deze brief door 383 wetenschappers ondertekend (en ja, ook door yours truly).
Mocht je nu een beetje het spoor bijster zijn, in dit artikel van de Volkskrant wordt de discussie ook heel helder uitgelegd
Mijn visie
Eén van de factoren die belangrijk zijn in het nieuwe Erkennen en Waarderen is de stimulering van open wetenschap. Dat resultaten uit de wetenschap voor iedereen beschikbaar zijn. Gezien mijn platform en de missie hiervan, zal het je niet volledig verbazen dat ik dan ook voorstander ben van deze nieuwe stroming. Ook het op een bredere manier naar wetenschappers kijken spreekt mij ontzettend aan. Ondanks dat er nadelen kleven aan het nieuwe systeem (overigens net zoals bij de oude stroming), denk ik dat het heel goed is dat we op een bredere manier naar wetenschappers gaan kijken en niet iedereen in één hokje proberen te stoppen. (Anderzijds: als jij liever die hardcore scientist bent die kneiterveel wil publiceren, dat kan nog steeds. Het is niet zo dat het oude systeem compleet overboord is gegaan. Er is alleen ruimte voor meer type wetenschappers.)
Persoonlijk merk ik wel dat het nu een lastig moment in de tijd is voor (jonge) wetenschappers. Met het ene been staan we nog in het oude systeem en met het andere been staan we in de nieuwe. We zijn namelijk nog niet volledig over op het nieuwe systeem van Erkennen en Waarderen. Het gevolg is dat je nu een beetje allebei moet kunnen: dus én een publicatiekanon zijn én een brede wetenschapper die zich bijvoorbeeld inzet voor onderwijs. Want sommige prestigieuze beurzen, zoals de Veni-beurs van NWO, vragen om de nieuwe aanpak, terwijl er nog steeds zat beurzen zijn waar er op de ‘oude’ manier naar een wetenschapper wordt gekeken.
Helaas gaan veranderingen nu eenmaal niet zo snel, en al helemaal niet zulke grote cultuurveranderingen als deze, dus het is even niet anders. Het is ook logisch dat zo’n enorme verandering niet helemaal soepel gaat. Wél is gelukkig de discussie op gang gekomen en kunnen we het er met zijn allen over hebben hoe we dit precies vorm gaan geven. Ik heb hoop op de toekomst!